Op 6 maart 2022 vluchtte de zesentachtigjarige componist Valentin Silvestrov (1937) samen met zijn dochter, kleindochter en een koffer vol manuscripten van Kiev, de stad waar hij al meer dan een halve eeuw woonde, naar Berlijn. Net als vele anderen verliet hij zijn geboorteland Oekraïne, een onzekere toekomst tegemoet. Hoewel hij zich nooit veel met politiek ingelaten had, reageerde hij in 2014 op de bloedige protesten in Kiev met de koorcyclus Maidan. Als muzikale aanklacht tegen het geweld. Hoe luider de oorlogsklokken luidden, des te zachter de muziek die hij componeerde. Al had hij op dat moment niet kunnen bedenken hoe actueel zijn muziek tien jaar later nog steeds zou klinken.
De cyclus werd lange tijd nauwelijks buiten Oekraïne uitgevoerd, maar sinds de Russische inval in het voorjaar van 2022 wordt het werk van Oekraïense componisten meer dan ooit gespeeld. De grootschalige Sacred Concertos van Dmitry Bortniansky (1751-1825) maken al enkele decennia deel uit van het koorrepertoire, maar componisten als Mykola Lysenko (1842-1912), Myroslav Skoryk (1938-2020) en Alexander Shchetinsky (1960) klinken allesbehalve bekend in onze oren. Toch spelen ze een belangrijke rol in de geschiedenis van de Oekraïense muziek. Zo wordt Lysenko er gezien als de vader van de hedendaagse muziek en werd Skoryks A Melody uitgeroepen tot Oekraïnes spirituele volkslied.
Symfonische koormuziek
Het oeuvre van Dmitry Bortniansky was lange tijd onbekend. Met zijn vroeg-romantische inslag behoorde het al niet meer tot de klassieke periode, en door de 19de-eeuwse nationalisten werd Bortniansky’s muziek lange tijd als té Italiaans klinkend beschouwd. Ook tijdens het Sovjet-tijdperk, waarin alle religieuze muziek verbannen werd, raakte zijn muziek in de vergetelheid. Toch kan je niet om Bortniansky heen: met zijn groots opgezette Sacred Concertos zorgde hij voor een verwesting van de Slavische muziektraditie. Dat had veel te maken met zijn opleiding bij de Italiaanse componist Baldassare Galuppi (1706-1785), die op uitnodiging van de Russische Tsarina Catharina II tussen 1765 en 1768 als kapelmeester en hofcomponist aan de slag was in Sint-Petersburg. Toen Galuppi terugkeerde naar zijn geboortestad in Venetië, volgde Bortniansky zijn leermeester naar Italië. Hij verbleef er tot 1779, en componeerde in die jaren drie opera’s, instrumentale muziek en een aantal religieuze werken op Latijnse teksten.
Bij zijn terugkeer in Rusland kon Bortniansky opeenvolgend aan de slag als kapelmeester en directeur van de hofkapel van de Tsaar. Daar zorgde hij voor een uitbreiding van het koor, waarmee hij niet alleen zijn muziek en die van landgenoten uitvoerde, maar ook composities van westerse componisten – van Haendels Messiah tot Beethovens Missa solemnis. In zijn eigen werken plukte Bortniansky de vruchten van zijn opleiding bij Galuppi en zette hij alle mogelijke middelen in om de strikt a cappella composities – de orthodoxe liturgie liet immers geen instrumentale begeleiding toe – zo symfonisch mogelijk te laten klinken. Met beeldende melodieën, een flexibele groepering van de stemgroepen en alternerende inzetten van tutti- en solopassages zorgde hij voor een tot dan toe ongeziene benadering van koormuziek. In totaal componeerde hij zo’n 45 Sacred Concertos, waarvan 35 voor vierstemmig koor en een tiental voor dubbelkoor.
De koorconcerti groeiden al snel uit tot één van de attracties van Sint-Petersburg en beïnvloedden ook zijn opvolgers, waaronder Rachmaninov en Stravinsky. Zelfs de Franse componist Hector Berlioz (1803-1869) was een liefhebber: nadat hij één van de concerti had gehoord tijdens een reis in Rusland in 1840, prees hij Bortniansky om de “ongelooflijk vrije combinatie van stemmen en texturen” en speelde hij enkele van zijn concerti in Parijs. Pyotr Ilyich Tchaikovsky (1840-1893) was minder te vinden voor zijn muziek, maar van het Sacred Concerto No. 32, O Lord, make me to know mine end, was hij wel een grote fan. Het is een erg contemplatief werk, met aan het einde een lange en aangrijpende fuga waarin Bortniansky zowel het verzet tegen als de uiteindelijke acceptatie van de dood verklankt.
Echo's uit het verleden
Valentin Silvestrov werd geboren in Kiev in 1937, toen Oekraïne nog deel uitmaakte van de Sovjet-Unie. Tijdens zijn studies nam hij gretig alle stijlen uit het twintigste-eeuwse modernisme en de naoorlogse avant-garde in zich op. Zijn vroegste composities zijn dan ook een uiting van al deze invloeden. Iets wat niet naar de zin was van de Bond van Sovjetcomponisten; zij beschouwden zijn oeuvre als ongewenst modernisme. De continue tegenstand zorgde in de loop van de jaren ‘70 voor een radicale ommekeer in Silvestrovs compositiestijl, met verstilde en spirituele composities als resultaat. Die kentering verklaarde hij als volgt: “De belangrijkste les van de avant-garde was om vrij te zijn van alle vooropgezette ideeën – vooral die van de avant-garde.” Hij benoemde zijn stijl voortaan als ‘meta-muziek’, een echo van wat al bestaat.