Close Encounters of the Third Kind (1977)
regie: Steven Spielberg
Ook de derde samenwerking, Close Encounters, tussen regisseur Steven Spielberg en componist John Williams is er eentje waar de muziek van cruciaal belang is. Zo heb je de eerdere samenwerking Jaws (1975), waar twee noten genoeg zijn om een hele bioscoopzaal te doen geloven dat er een haai in het spel is. Close Encounters (1977) staat dan weer bekend om zijn vijf noten, een signaal van de aliens die op aarde landen. De score is dissonant en avant-gardistisch, de structuur een inventieve muzikale reis van atonaliteit naar tonaliteit. Het begint met avant-garde toonclusters en gaat vervolgens over naar het expressionistische atonalisme van Schönberg. Zonder Schönberg, dus geen communicatie met aliens in Close Encounters.
kijk op Prime Video
kijk op Google Play
kijk op Apple TV
The Taking of Pelham One Two Three (1974)
regie: Joseph Sargent
Wanneer vier mannen een metro in New York kapen, gijzelen ze de passagiers in ruil voor losgeld. Ze eisen een miljoen dollar als hun eis niet binnen een uur wordt ingewilligd. Een spannend verhaal waar spannende muziek bij hoort. De twaalftoons- of seriële techniek van Schönberg probeert elke implicatie van tonaliteit te vermijden. Het is een truc die vaak wordt gebruikt door filmcomponisten om een effect van spanning te creëren. Zo ook de Amerikaan David Shire, die het twaalftoonssysteem toepast op zijn muziek voor The Taking of Pelham One Two Three. “Ik wilde dissonant klinkende jazz schrijven, maar het mocht vooral niet willekeurig klinken.”
Planet of the Apes (1968)
regie: Franklin J. Schaffner
Ook Hollywoodlegende Jerry Goldsmith is schatplichtig aan de seriële techniek van Schönberg, die hij onder meer toepast in de sciencefictionfilm Planet of the Apes. Astronaut Taylor en zijn bemanning landen op een onbekende planeet, waar de relatie tussen dieren en mensen op zijn kop is gezet. De planeet wordt geregeerd door apen, terwijl de mensen er worden behandeld als wilde dieren. “Ik heb geen volledig seriële score geschreven, maar dat doen de seriële componisten ook niet. Wat voor verschil maakt het ook? Niemand hoort het verschil.”
Regen (1929)
regie: Joris Ivens
Deze korte, Nederlandse documentaire heeft niet per se een plot maar legt wel mooi het Amsterdam van de jaren 1920 vast. Vóór, tijdens en na een stortbui, van de zonnige straten naar druppels in de grachten tot de stromende regen op ramen, parasols en trams. In 1941 krijgt de film een soundtrack geschreven door de Duits-Oostenrijkse componist Hanns Eisler. Het stuk krijgt de naam ‘14 Arten den Regen zu beschreiben, Op. 70’, ofwel: veertien manieren om de regen te beschrijven. Eislers partituur is een studie van twaalftoonsmuziek, een experiment voor het Film Music Project van de Rockefeller Foundation in New York. De componist draagt het op aan zijn oude leraar Arnold Schönberg en laat het in diens woonst in première gaan ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag.
My War Years - Arnold Schoenberg (1992)
regie: Larry Weinstein
Geen enkele componist is tegelijk meer veracht, vereerd, controversieel en uiteindelijk invloedrijker geweest dan Arnold Schönberg. Dat vindt ook de gevierde Canadese filmregisseur Larry Weinstein, die zich in 1992 buigt over het leven van de Oostenrijks-Hongaars-Amerikaans componist, diens uitzonderlijke werk en zijn vlucht van Europa naar de Verenigde Staten. Maar hij staat ook stil bij de jaren die hem gevormd hebben. Tegen een achtergrond van armoede en oorlog worstelt Schönberg immers om zijn nieuwe visie op muziek aan de wereld te verkondigen. Weinsteins documentaire onderzoekt die periode, met fragmenten uit live-uitvoeringen van onder meer Verklärte Nacht en Pierrot Lunaire.