Joseph Haydn (1732-1809) en Ludwig van Beethoven (1770-1827) ontmoetten elkaar vermoedelijk een eerste keer in Bonn op 26 december 1790. Haydn was samen met zijn impresario Johann Peter Salomon op doorreis naar Londen. Tijdens zijn terugreis in 1792 hield hij opnieuw halt in de Duitse stad, waar Beethoven hem de schetsen van enkele cantates onder de aandacht bracht. Haydn was onder de indruk; hij bood de jonge componist aan bij hem in Wenen les te komen volgen.
Haydn had intussen een status uitgebouwd als vooraanstaand componist, zeker na het overlijden van Wolfgang Amadeus Mozart in 1791. Beethoven zag het als een kans om zijn carrière een duwtje in de rug te geven. Net als diens beschermheeGraaf Ferdinand von Waldstein, die voor de financiële en praktische ondersteuning van de hele onderneming zorgde. Voor hem stond vast dat Beethoven zou uitgroeien tot het nieuwe genie van de muziekcultuur. Bij zijn vertrek uit Bonn schreef hij: “Geholpen door onophoudelijke ijver zal je Mozarts geest uit Haydns handen ontvangen.”