Hoeveel mensen weten dat wereldhits als I Say a Little Prayer, Raindrops Keep Fallin’ On My Head en Walk on By geschreven zijn door Burt Bacharach? De recent overleden Amerikaanse componist, arrangeur en pianist was een van de grootste songschrijvers van de 20e eeuw. Met The Great American Songbook – The Next Generation brengt het Vlaams Radiokoor een ode aan Bacharach en enkele van zijn generatiegenoten. Stuk voor stuk zorgden ze voor iconische nummers die ook vandaag nog beklijven, onder andere in de interpretaties van hedendaagse popartiesten als Lady Gaga, Madonna, Coldplay of Beyoncé.

Net als voor de eerste editie van The Great American Songbook ging componist en professor popmuziek Jeroen D’hoe aan de slag met de tijdloze songs én met een van zijn eigen nummers. Hij arrangeerde ze voor koor, een vocale soliste en een klein jazzorkest. Het belooft een nostalgische roadtrip naar het bruisende Amerika van de jaren ‘50 en ‘60, een tijdperk van vrijheid, verzet en cultureel tumult.

Broadway meets rock-’n-roll

Op 20 juli 1969 waren miljoenen mensen over de hele wereld aan de televisie of de radio gekluisterd om de eerste stap van de mens op de maan live mee te maken. Een historisch moment dat symbool staat voor de broeierige Golden Sixties. De periode werd gekenmerkt door een sterk vooruitgangsoptimisme, maar tegelijk ontstonden ook tal van burgerbewegingen die zich verzetten tegen gevestigde waarden en opkwamen voor vrijheid en vrede. Die sociale en culturele revolutie liet zijn sporen ook na in de muziek: vanuit een groeiende behoefte aan emotionele diepgang werd het een middel om maatschappelijke thema’s aan te kaarten.

Tal van nieuwe muziekstromingen zagen het licht, en onder invloed van de rock-’n-roll ondergingen de songs uit het American Songbook een grondige metamorfose. De energie van de rockmuziek nestelde zich in de typerende songstructuur, en ook de relatief eenvoudige en toegankelijke harmonieën uit de Broadway- en jazzstandaarden maakten plaats voor complexere harmonieën en ritmische structuren. En waar de liederen van componisten als Cole Porter en George Gershwin aan het begin van de 20e eeuw nog voornamelijk over romantische en idealistische thema’s handelden, richtte een nieuwe generatie songwriters zich vanaf 1950 op diepzinnige emotionele en maatschappijkritische onderwerpen.

Mede dankzij technologische innovaties zoals de opkomst van de stereo-opnamen en de verbeteringen in geluidskwaliteit werden de nummers ook rijker van toon. Daarnaast werden de orkestraties uitgebreid en werden nieuwe, al dan niet elektrisch aangestuurde instrumenten toegevoegd in functie van een nieuwe, dynamischere klank. Muziek groeide zo uit tot een big business, met kleurrijke platen en hits die de harten van het publiek moesten veroveren.

Een gouden tandem

Een van de beroemdste duo’s die de brug sloegen tussen de traditie van het American Songbook en de opkomende muziekstijlen was de tandem Burt Bacharach en Hal David. Samen schreven ze liedjes voor een duizendtal artiesten, van Dionne Warwick en Dusty Springfield tot The Carpenters. Typerend voor de liederen van Bacharach zijn de romantische melodieën die de luisteraar meteen meevoeren in de emotionele gelaagdheid van Hals teksten. Voeg daar eigenzinnige harmonieën, talrijke ritmewisselingen en originele arrangementen voor strijkers en blazers aan toe, en ziedaar het recept voor een resem aan hits waar zelfs de Stones of The Beatles niet aan konden tippen.

Dat Bacharachs songs zo aansloegen, lag onder andere aan het feit dat hij niet zomaar meeging in de stijl van de commerciële muziek. Hij wist de poppy elementen op een unieke manier te combineren met de muzikale bouwstenen uit de klassieke muziek en jazz. Bacharach was namelijk klassiek geschoold – hij had les gevolgd bij Darius Milhaud, Bohuslav Martinu en Henry Cowell – en had de muziek van de Franse impressionisten en jazzgrootheden als Dizzy Gillespie, Count Basie en Charlie Parker gretig opgeslorpt. Donald Fagen, toetsenist en zanger van Steely Dan, vatte het mooi samen in dit compliment: ‘Zijn songs zijn een magische combinatie van Ravelachtige harmonieën en de soul van straatmuzikanten’.

De carrière van Bacharach en David nam een hoge vlucht na hun ontmoeting met zangeres Dionne Warwick. Ze vielen meteen voor haar stem, die perfect bleek voor de technische uitdagingen en de emotionele reikwijdte van hun songs. Vanaf hun eerste samenwerking in 1962 verschenen op amper tien jaar tijd zo’n twintig top-40 hits, van Walk on by tot I Say a Little Prayer. Het nummer That’s What Friends Are For haalde het zelfs tot de eerste plaats in de Amerikaanse hitlijsten, werd beloond met een Grammy in de categorieën ‘Song of the year’ en ‘Best Pop Performance’, én leverde tijdens een benefietactie maar liefst 3 miljoen dollar op voor het onderzoek naar aids.

Ook in de film- en musicalwereld scheerde het duo Bacharach-David hoge toppen: zo ontvingen ze voor de Broadway-hit Promises, Promises een Grammy voor beste album en voor het nummer Raindrops Keep Fallin’ On My Head een Academy Award voor ‘Best Original Song’. Voor Alfie, Bacharachs persoonlijke favoriet, ontvingen ze dan weer een Grammy voor beste arrangement. En dat terwijl ze er aanvankelijk weinig voor voelden om een nummer te schrijven over een man met de naam ‘Alfie’.

Iconische interpretaties

In diezelfde periode zagen nog heel wat andere hits het licht, en vaak werden de covers door popartiesten zelfs populairder dan de originele versies. Denk maar aan het nummer Fever, oorspronkelijk geschreven door Eddie Cooley en John Davenport en ingezongen door r&b-zanger Little Willie John. Toen Peggy Lee het nummer in 1958 naar haar hand zette, sloeg het in als een bom. Het inspireerde zelfs latere uitvoeringen door onder andere Madonna, Christina Aguilera en Beyoncé. Een andere onsterfelijke hit, Ain't No Mountain High Enough van Ashford & Simpson, kreeg zowel door Marvin Gaye en Tammi Terrell als door Diana Ross een vaste plek in het collectieve geheugen. Ook Feeling Good is een sprekend voorbeeld: het nummer maakte aanvankelijk deel uit van de musical The Roar of the Greasepaint – The Smell of the Crowd, maar werd pas iconisch nadat Nina Simone het dankzij haar soulvolle uitvoering verhief tot een hymne van vrijheid en positiviteit.

Dat de vertolker van een nummer een even belangrijke rol kan spelen als de bedenkers ervan, bewees Aretha Franklin met haar versie van (You Make Me Feel Like) A Natural Woman. Het schrijversduo Carole King en Gerry Goffin schreef het nummer in 1967 speciaal voor Franklin. Een van de meest adembenemende vertolkingen van dat nummer is wellicht die van 6 december 2015, toen Franklin het nummer live bracht in het bijzijn van Carole King en de toenmalige president van de Verenigde Staten, Barack Obama. Ook al overleed de iconische zangeres twee jaar later, haar rauwe en doorvoelde interpretaties zullen nog lang blijven inspireren.

Aurélie Walschaert

Info concert