Iedereen kent het nummer I’ve got you under my skin, een song die uitgroeide tot een echte Sinatra-klassieker. Het lied is zo met de zanger vergroeid, dat de meesten denken dat hij het ook zelf bedacht. Die misvatting is tekenend voor veel van de liederen uit het befaamde Great American Songbook.

De songs zijn vaak van de hand van minder gekende componisten als Cole Porter, Jerome Kern of het duo Rodgers & Hart. Ze zagen het licht op de filmset in Hollywood of de musicalscène in Broadway, en leidden al snel een tweede leven in tal van jazz- en popbewerkingen. Dankzij beroemde uitvoerders als Frank Sinatra, Ella Fitzgerald of zelfs Lady Gaga groeiden ze uit tot evergreens die de wereld veroverden.

eerbetoon

Deze keer is het componist Jeroen D’hoe (°1968) die enkele parels uit het Songbook arrangeert voor het Vlaams Radiokoor, een vocale soliste, piano en strijkers.

De keuze voor Jeroen is niet toevallig, want de muziek uit die periode zit naar eigen zeggen verweven in zijn muzikale DNA. Een tiental jaar geleden bracht hij met zanger Paul Michiels het album It’s A Gas uit, als eerbetoon aan de songs uit het Great American Songbook.

“Ik gebruik het koor als een soort vocale bigband.”
- jeroen d'hoe, componist

uitdaging

Vandaag gaat de componist de uitdaging aan om een aantal van de iconische songs naar de vocale structuur van het Vlaams Radiokoor ter hertalen:

“Ik gebruik het koor als een soort vocale bigband en deel hen op in de verschillende secties die je ook in zo’n jazzorkest vindt, van ritme- en bassectie tot de koper- en houtblazers. De ene keer zet ik het koor in als collectief, een andere keer creëer ik dialogen tussen de solistische groepen.

Zo gebruik ik bijvoorbeeld percussieve clusterakkoorden om belangrijke leestekens uit de tekst kracht bij te zetten. De strijkers en de piano hebben een eerder aanvullende rol: ze kunnen een nieuw motief aanbrengen in functie van de tekst, als extra partner in de dialoog. Maar omdat er al zoveel gebeurt binnen het koor, zet ik ze ook ondersteunend in, als een extra klankdeken.”

persoonlijke accenten

Voor de meeste arrangementen hield Jeroen zich aan een eerder traditionele, jazzy bewerking. Maar een aantal nummers leenden zich tot het toevoegen van meer persoonlijke accenten:

“De melodie van Moon River vroeg om een klassiekere zetting, maar dan in een hedendaags idioom. Ik maakte hier gebruik van klankclusters om de akkoorden geleidelijk in elkaar te laten overvloeien.”

verrassing

Jeroen heeft tot slot nog een verrassing in petto. Speciaal voor dit programma herwerkte hij een gekoesterde compositie uit zijn jeugd, The Rhythm, tot een nieuwe creatie die in verschillende gedaantes tussen de liefdessongs opduikt.

Info concert