Een buitengewone band
Doorheen zijn carrière bleek Georg Friedrich Händel (1685-1759) een fijne neus te hebben voor het leggen van de juiste contacten. Zijn talent bracht hem als jongeman van zijn geboortestad Halle tot in onder andere Hamburg, Hannover en ten slotte Engeland, waar hij zich in 1717 definitief vestigde. Op zijn reizen en verplaatsingen verkreeg hij al snel toegang tot de hogere kringen van de adel. Zo werd hij bijvoorbeeld kapelmeester in Hannover na een ontmoeting met prins Ernst August van Hannover.
Waarschijnlijk had de kunstminnende Caroline von Ansbach (1683-1737), dochter van de markgraaf van het vorstendom Brandenburg-Ansbach en echtgenote van erfprins George August, een hand in die aanstelling. Ze was opgegroeid aan een hof waar kunst en cultuur hoog aangeschreven stonden en deel uitmaakten van het dagelijkse leven. Caroline was, naast een intelligente en belezen vrouw, ook geschoold als zangeres. Händel componeerde een reeks van zijn Italiaanse kamerduetten speciaal voor haar. Na haar aanstelling als prinses in 1714, en ook later na haar kroning tot vorstin van Groot-Brittannië en Ierland, maakte Caroline er een erezaak van om de ontwikkeling van kunst en wetenschap te stimuleren. Ze liet een grote bibliotheek optrekken in St. James’ Palace en nodigde er belangrijke wetenschappers als Isaac Newton of schrijvers als Alexander Pope uit. Zelfs op politiek vlak oefende ze invloed uit; tijdens de afwezigheid van haar echtgenoot nam zij de bestuurlijke taken in handen.
Het belang van haar steun op cultureel vlak kan niet onderschat worden, en daar genoot Händel mee van. Hij drukte zijn dank onder meer uit door zijn meest succesvolle opera, Giulio Cesare, aan haar op te dragen. En in 1714 herwerkte Händel zijn oorspronkelijke Te Deum in re groot HWV 280 om haar aankomst in Londen te vieren. Na zijn naturalisatie tot Brit op 20 februari 1727 – op de valreep ondertekend door koning George I – kreeg Händel vaker de opdracht om ceremoniële muziek te voorzien voor het hof. Zo componeerde hij op 11 oktober 1727 de Coronation Anthems ter ere van de kroning van George II en koningin Caroline. Voor deze uitzonderlijke gebeurtenis werkte hij een monumentaal werk uit, waarbij muzikanten en koorzangers van buitenaf nodig waren om het koor en orkest in Westminster Abbey te versterken. De meest bekende anthem uit die reeks, Zadok The Priest, wordt sindsdien uitgevoerd tijdens elke kroning in het Britse koningshuis.